Een dorpsgenoot van Frits Winkelmolen krijgt in het kamp in Hilkerode een blindedarmontsteking. Op aanraden van de verpleegkundige op de fabriek in Rhumspringe wordt de zieke opgenomen in het ziekenhuis in Duderstadt, daar geopereerd en verzorgd om na een tijdje weer hersteld in het kamp terug te keren. Van het kamp in Hilkerode is verder bekend dat de bedrijfsverpleegkundige regelmatig zijn ronde langs de barakken maakt met de vraag “wie ziek?”, om vervolgens naar eigen eer en geweten te handelen.
Cees Louwerse krijgt in het kamp in Göttingen last van een irritatie aan de blindedarm en wordt met hulp van medestudenten uit de kliniek in Göttingen daar uiteindelijk gedurende twee weken opgenomen en verpleegd. Er lijkt dus sprake te zijn van een min of meer normaal geregelde gezondheidszorg ook voor dwangarbeiders, mits het specifieke kwalen betreft tenminste. Ook medicijnen tegen diarree of tandheelkundige hulp worden tenslotte genoemd als voorhanden wanneer nodig. (Übersetzung: Es scheint sich also um eine mehr oder weniger normal geregelte Gesundheitsfürsorge auch für Zwangsarbeiter zu handeln, zumindest wenn es bestimmte Krankheiten betrifft. Auch Medikamente gegen Durchfall oder zahnmedizinische Hilfe werden schließlich wenn benötigt als vorrätig bezeichnet.)
In algemene zin echter is het met deze zorg veel minder goed gesteld. De wandluizen in de barakken maken het slapen de Nederlanders vaak onmogelijk, de behoefte dient gedaan te worden op collectieve, besmettelijke latrines buiten de barakken, desnoods in emmers in de barakken. Ook de relatief geringe porties voedsel, bovendien nog weinig evenwichtig samengesteld, dragen weinig aan de gezondheid van de dwangarbeiders bij.
Bovendien lijkt het bieden van de eerder genoemde medische hulp sterk afhankelijk te zijn van het humeur van de dienstdoende verpleegkundige. Niet voor niets wordt menig echt zieke dwangarbeider na een kort, oppervlakkig onderzoek voor aansteller uitgemaakt en uit het bed en aan het werk gedirigeerd.