Tekst:  A   A+ A++

Nederland

Geboorte, jeugd, oorlog

Frits Winkelmolen wordt op 20 oktober 1921 in het Limburgse Neer geboren als telg uit een timmermansfamilie. Frits’ vader Peter heeft een eigen timmerbedrijf en meubelmakerij, samen met een broer een aannemersbedrijf. Frits leert samen met zijn broer het timmervak al vroeg in de werkplaats van zijn vader aan de Rijksweg. Na de basisschool gaat Frits naar de Roermondse technische school, een van de eerste van het land, en leert er het tekeninglezen.

Cees Louwerse wordt geboren op 13 april 1923 in het Zeeuwse Kattendijke, een dorpje gelegen aan de Oosterschelde op Zuid-Beveland. Cees’ vader is schoolhoofd in Kattendijke, het is daarom niet verwonderlijk dat het onderwijs in zijn verdere leven zo’n belangrijke rol zal spelen. Na een bijzonder fijne tijd aan de lagere school te Kattendijke bezoekt Cees gedurende vijf jaar de HBS in het nabij gelegen Goes.

Verschoond gebleven van de gruwelen van de Ie Wereldoorlog leefde Nederland wat ingeslapen, het grootste deel van de bevolking van de landbouw en visserij, bovendien van de vaak eeuwenoude ambachten. In het zuiden vormde de mijnbouw, in het westen de havenwerken en bijbehorende industrie een alternatieve bron van inkomsten. De intelligentsia hield zich voornamelijk bezig met inlandse waterwerken en architectuur. Toen in de herfst van 1939 het leger gemobiliseerd werd spraken houding, verouderde uitrusting en bewapening boekdelen. Men verwachtte ook nu niet in een oorlog betrokken te worden.

In de vroege ochtend van de 10e mei 1940 schrikt Neer wakker van een enorme ontploffing. De brug over de Maas bij Buggenum is opgeblazen. Nederland is in oorlog.

Al op 17 mei 1940 moet Zeeland zich bij het terugtrekken van de te hulp geschoten Franse troepen als laatste Nederlandse bolwerk gewonnen geven. De Duitse bezetting is een feit.

Oorlog, dwangmaatregelen, deportatie

In 1942 kreeg het Duitse Rijk te kampen met tegenslagen; het oprukken van de weermacht werd gestopt, de troepen op veel fronten zelfs afgeslagen. Steeds meer Duitse mannen moesten aan het front, steeds meer Duitse vrouwen de oorlogsindustrie in. Men kampte met tekorten die aangevuld moesten worden.  Ook Nederland kwam als bron voor arbeidskrachten in aanmerking. De bezetting in Nederland kreeg een grimmiger gezicht.

Tijdens de oorlog werden ongeveer 550.000 Nederlanders gedwongen te werk gesteld. Dat zijn met betrekking tot het toenmalige inwonertal van 9 miljoen mensen meer dan 6%.  Nederland werd daarmee qua aantal zwaar getroffen. In totaal overleden ongeveer 30.000 mensen aan de gevolgen van de arbeidsinzet.

In april 1943, Cees studeert aan de universiteit in Delft, verwachten de Duitse autoriteiten als maatregel tegen de zojuist neergeslagen Meistakingen dat de 15.000 Nederlandse studenten een loyaliteitsverklaring ondertekenen. De meesten weigeren, worden in april opgeroepen voor de Arbeidsdienst, duiken dan veelal onder. In mei dwingen dreigementen van de Duitse autoriteiten maatregelen te zullen nemen richting ouders van de studenten, vele weigeraars uit hun onderduikplaatsen.

De van de Nederlandse studenten verlangde loyaliteitsverklaring (niet ondertekend):


Bron: Jan Glerum, Wageningen

 

Het begeleidend schrijven van de rector magnificus van de gerenommeerde Landbouwhogeschool te Wageningen bij de loyaliteitsverklaring:


Bron: Jan Glerum, Wageningen


Ook Cees duikt vanuit Scheveningen op, meldt zich en wordt met vele medestudenten naar kamp Ommen gestuurd, één van de verzamelplaatsen voor de studenten in Nederland. In totaal worden ongeveer 2.900 studenten naar het Duitse Rijk afgevoerd.

Nederland: Universiteiten en hogescholen in 1943 (blauwe), woonplaatsen van de hoofdpersonen in 1944 (rood).
(Ter vergroting a.u.b. over de kaart/afbeelding gaan)

Bron: Stichting Deportatie Oktober 1944 Noord-en Midden Limburg/ Alex Van Heugten

Op 8 oktober 1944 wordt Frits samen met zijn vader, ondergedoken in de machinekelder van de werkplaats, opgepakt voor de arbeidsinzet in Duitsland. Sinds september 1944 zijn Noord en Midden Limburg westelijk van de Maas front en daarmee vrijgebied. Eerst wordt het vee weggevoerd om geslacht te worden, later worden de mannen die tot werken in staat zijn opgepakt. Rond de drieduizend Limburgers worden in de bekende razzia’s van oktober en november 1944 opgepakt en op de dorpspleinen bijeengedreven. “Maar enkele dagen tankversperringen graven in het grensgebied”, is hun door de Sicherheitspolizei gezegd, “dan kunnen jullie weer naar huis”.

Te voet en onder gewapende begeleiding gaat het ook voor Frits de Maas over en verder op weg naar Venlo. In Tegelen geholpen door inwoners die de opgepakten voedsel toestoppen en enkelen zelfs helpen ontsnappen, komt de lange stoet mensen aan op het station in Venlo. Daar staan vee en goederenwagons gereed om hen allemaal naar Duitsland te transporteren.

Limburger kerkrazzia:
Op het gebied ten westen van de Maas werden in october en november 1944 circa 3000 personen gearresteerd en van daar uit via Venlo voor de gedwongen tewerkstelling naar het Duitse Rijk.
(Ter vergroting a.u.b. over de kaart/afbeelding gaan)

 

Bron: Stichting Deportatie Oktober 1944 Noord-en Midden Limburg/ Alex Van Heugten


Bron:
Lena Winkelmolen-Schreurs, Neer


Bron:
Lena Winkelmolen-Schreurs, Neer


Bron:
Gemeentearchief Goes


Bron:
Lena Winkelmolen-Schreurs, Neer


Bron:
Lena Winkelmolen-Schreurs, Neer