Tekst:  A   A+ A++

Altijd in gevaar

Adam Lewandowskibezorgt voor kolenhandelaar Hartmann uit Gieboldehausen kolen. Een keer beklaagt zich een Duitser genaamd Ludwig Fricke over de heer Lewandowski omdat deze de kolen voor de deur aflaadt in plaats van ze de woning binnen te dragen. Maar er staan gewoon geen kolenzakken ter beschikking. „Laat die Pool het toch niet durven opstandig te worden“, maakt hem de heer Fricke duidelijk. Ludwig Fricke heeft goede relaties met de partij, is met gouwleider Lauterbacher persoonlijk bevriend. Gelukkig wordt Adam Lewandowski door zijn baas in bescherming genomen.

Maanden later komt Adam Lewandowski bij het station Ludwig Fricke tegen. Fricke verzoekt Adam hem op zijn wagen naar Krebeck mee te nemen. Na de oorlog vertelt Adam Lewandowski:

“Ik was zijn (...) dreigement niet vergeten, stopte en nam hem mee. Fricke presenteerde me een sigaar en ik kwam met hem in gesprek. Eerst spraken we over de oorlog en Fricke maakte gewag van de nieuwe wapens die noch zouden komen. Later zei hij tegen me: 'Adam, het is alleen maar goed dat je toen bakzeil gehaald hebt. Anders zou het je beroerd vergaan zijn. Het zou je net zo vergaan zijn als onze boer Fritz Schlote. Die is in het concentratiekamp verrekt. Het zou je net zo vergaan zijn als ik je toen zou aangegeven hebben.' Maar ik was (...) voorzichtig en heb niets daarop geantwoord.”


Władyslaw Stankowski, dwangarbeider bij een landbouwbedrijf in Uschlag, wordt plotseling door zijn tijdelijke baas naar zijn mening gevraagd:

“Toen hebben we beiden (...) aardappels opgehoopt, en toen heeft hij onverwacht bericht gekregen dat hij als trustee naar de Oekraïne moest gaan. Ze hebben toen immers mensen daarvoor gezocht. En dan zegt hij tegen mij: 'Walter, wat denk jij daarover? Ik vertrouw het zaakje niet!' - Wat moet daar mijn stomme buitenlandersmening ... - als ik iets tegen hem zou gezegd hebben, nee: 'Blijf hier, de oorlog gaat verloren' - die zou me hebben opgesloten! Ik heb alleen maar met mijn hoofd geschud: 'Chef, ik weet het niet.'


Bron:
Michael Döring, Gieboldehausen


Bron:
Lina Stankowski, Uschlag